Wie: Rob (57) en Linda (52)
Woonplaats: Kiel-Windeweer
Huis: Een boerderij uit 1863, vanaf 1997 verbouwd tot woonboerderij
Te maken met: Rob en Linda hebben buiten de contouren schade erkend gekregen.
Rob en Linda hebben in 1996 een oude boerderij in Kiel-Windeweer gekocht. Een jaar later zijn ze begonnen met een grote verbouwing tot woonboerderij. Veel van het werk hebben ze zelf gedaan. ‘We hebben elke steen wel twee keer door de handen gehad’, zegt Rob. ‘Dus we weten precies hoe de woning in elkaar zit.’
De constructie is destijds door een architect bepaald. Het woongedeelte heeft een fundering van een meter dieper dan de oude boerderij. Het is gebouwd op een vaste oerlaag en ook nog eens op een zeven centimeter dikke plaat van gewapend beton. ‘Precies zoals het hoort’, zegt Rob. ‘Allemaal volgens de norm en het bestek.’
Zeker vijftien jaar is er niets aan de hand met de woonboerderij, er zijn nergens tekenen van zetscheuren of trekscheuren. Maar vanaf ongeveer 2013 ontstaat er wel schade. Een bevriende aannemer wijst Rob en Linda op een aantal scheuren en dat worden er naar verloop van tijd meer en meer. Tijd voor een schademelding bij de NAM.
De NAM neemt de melding niet in ontvangst. Linda en Rob doen later een tweede melding bij de NAM, ook zonder succes. In mei van 2015, als de contourgrenzen tijdelijk niet meer gelden, melden ze de schade bij het CVW. Het CVW stuurt een inspecteur, die op twee dagen in juni 2015 de schade buitenom en binnenin het huis opneemt.
‘Het was een onaangenaam bezoek’, zegt Linda. ‘Ik werd helemaal niet goed van die man. Hij draaide alles de hele tijd om. We moesten alles steeds verdedigen.’ Alle grote scheuren zijn volgens de inspecteur geen mijnbouwschade.
Dan komt de inspecteur bij een buitenmuur, die in 2012 opnieuw is gevoegd. Hij treft allerlei haarscheurtjes aan die Rob en Linda nog niet waren opgevallen. Volgens de inspecteur had het nieuwe voegwerk niet mogen inscheuren en komt deze schade duidelijk door de bevingen.
‘Maar dan begint het gesteggel’, zegt Rob. De contourlijnen worden weer ingevoerd en het CVW wil het schaderapport niet opsturen naar Rob en Linda. Pas een halfjaar later, in december, krijgen ze dat rapport. ‘Daar heb ik heel wat boze mailtjes voor moeten sturen’, zegt Rob. ‘Het was puur traineren van het CVW. Gelukkig heeft de Onafhankelijke Raadsman ons goed geholpen.’
In het rapport staan tweeëntwintig niet-bevingsgerelateerde C-schades en twee A-schades die wel mijnbouwschade zijn. ‘Toen vielen we van de stoel’, zegt Rob. ‘De vergoeding kwam uit op een bedrag lager dan 500 euro. Dat kan toch niet? De schade kan toch niet ophouden bij die ene muur? Dan voel je je enorm in de zeik gezet.’
Deze zonnepanelen hebben Rob en Linda gekocht, nog voordat ze aanspraak konden maken op de waardevermeerderingsregeling.
Ze vragen meteen een contra-expertise aan. Die komt er, en daarna begint het onderhandelen tussen de inspecteurs. ‘Dat voelt echt als koehandel’, zegt Linda. ‘Het is gewoon handjeklap. Die scheur wel, die scheur niet en dan komen ze ergens in het midden uit. De uitkomst was voor ons niet ideaal. Maar we dachten; doe maar. Houd er maar mee op.’
In januari van 2017 worden de reparaties voor een bedrag van iets meer dan 6.000 euro uitgevoerd. Twee buitenmuren worden gerepareerd en de lange gang met drie gescheurde bogen wordt ook aangepakt. Wel heeft Linda zelf haar hele huis nog moeten schilderen om al het verschillende stucwerk te verhullen.
Opvallend is dat de erkende schade van Linda en Rob niet is meegenomen in het onderzoek van Witteveen + Bos waarin stond dat er geen schade door gaswinning mogelijk was in de buitengebieden. Ook in steekproeven Arcadis is dit schadegeval niet meegenomen. ‘Wij denken dat we daarom ons rapport pas zo laat hebben gekregen’, denkt Rob. ‘Ze hadden het waarschijnlijk graag ergens onderin de la gehouden.’
‘Al met al hebben we geen vertrouwen meer in het CVW’, zeg Rob. ‘Ze zijn ernstig tekortgeschoten in hun doelstellingen. Bovendien kun je ze lastig bereiken en wordt er voortdurende gewisseld met casemanagers.’
Inmiddels hebben Rob en Linda een nieuwe schademelding gedaan bij de Tijdelijke commissie mijnbouwschade Groningen. Er zijn immers nog altijd ongerepareerde scheuren en er zijn ook nieuwe scheuren bij gekomen. En met de gasvelden van Slochteren, Annerveen en Zuidlaarderveen in de buurt en ook de zoutwinning bij Borgercompagnie verwachten Rob en Linda in de toekomst meer schade.
Wat vooral ook steekt is de ongelijkheid en de willekeur bij de schadeafhandeling. Aan het begin, in het midden en aan het eind van kanaaldorp Kiel-Windeweer zijn A-schades geconstateerd, maar bij veel woningen daartussenin is de conclusie C-schade. ‘Daar verbaas ik me enorm over’, zegt Linda. ‘Dat is toch niet uit te leggen?’
Linda en Rob hopen dat andere gedupeerden hun voordeel kunnen doen met hun verhaal. Want alhoewel de schade bij hun slechts ten dele is gerepareerd en de afhandeling niet helemaal vlekkeloos is verlopen, realiseren ze zich dat sommige dorpsgenoten het nog veel minder getroffen hebben. ‘We hopen dat anderen wat hebben aan deze kennis’, zegt Rob. ‘We willen dat iedereen geholpen wordt.’
Geschreven door Menno van der Meer