Bijeenkomst in Annerveenschekanaal: een verslag met vragen en antwoorden

Op dinsdag 17 april organiseerde het Groninger Gasberaad in Annerveenschekanaal een bijeenkomst over de situatie in het voormalige zogenaamde buitengebied. In MFC de Badde werd met ruim honderd geïnteresseerden en gedupeerden gesproken over bevingen, mijnbouw, schades, rapporten, vouchers en meer.

Jan Wigboldus, voorzitter van het Groninger Gasberaad, nam als eerste het woord. ‘Wij proberen vanavond, in navolging van vorig jaar, u weer op de hoogte te brengen van de actuele ontwikkelingen in het gasdossier. Voor Drenthe gelden volgens de NAM andere spelregels en daar zullen we vanavond wat woorden aan wijden.’

Hij vervolgt: ‘Het zogenaamde buitengebied, wij als Groningers willen jullie graag benoemen tot mensen uit het binnengebied. We willen graag Drenthe erbij hebben. Het buitengebied is helemaal misplaatst. Maar de mogelijkheden zijn beperkt als het gaat om schadeafhandeling. Het Groningerveld wordt apart gehouden van de rest, en daar lopen ook wij tegen aan.’

Susan Top, secretaris van het Groninger Gasberaad, sprak daarna. ‘Ik ben er wel een beetje verdrietig van dat we hier een jaar later met nog meer mensen zijn. Ik hoop van harte dat we volgend jaar weer bij elkaar komen, maar dat u dan in groten getale bent afgehaakt omdat alles dan picobello in orde is.’

Top: ‘Het percentage van schademeldingen in dit gebied, dus het aantal meldingen in een postcodegebied ten opzichte van het totale aantal woningen, is hier 42 procent. Dat is zelfs in vergelijking met sommige delen van het binnengebied best hoog. Dat is veel.’

De ontwikkelingen van de afgelopen jaren
In augustus 2014 ging officieel het schadeprotocol van de NAM van start. Dat protocol kende contourlijnen, met lijnen dwars door dorpen en straten heen. Een lijn lag op de grens van het Groningergasveld, een andere lijn vijf kilometer daarbuiten.

Wie schade meldde buiten die lijnen, kon volgens de NAM geen mijnbouwschade hebben. In mei 2015 zou de NAM alsnog zevenhonderd inspecties doen in het zogenaamde buitengebied, maar die hebben nooit plaatsgevonden. Wij hebben het al jaren over het ‘zogenaamde buitengebied’, omdat het buitengebied niet echt bestaat.

In november 2015 begonnen daarna steekproeven van Arcadis. De conclusie van Arcadis was eveneens dat schade in het buitengebied onmogelijk was. In augustus 2016 concludeerden onderzoekers van de TU Delft echter dat het schadeonderzoek van Arcadis niet deugde. Toen is de Pilot Buitengebied van start gegaan, met inspecties van Witteveen + Bos tot gevolg.

In maart 2017 kondigde de Nationaal Coördinator Groningen aan dat geen van de 33.877 door Witteveen + Bos onderzochte scheuren in het zogenaamde buitengebied bevingsgerelateerd was. Wel kregen schademelders een voucher van 1.500 euro aangeboden. Maar wie die accepteerde, tekende daarmee voor een ‘finale kwijting’ en verloor het recht op een nieuw schadeproces van de desbetreffende schade in de toekomst.

De situatie met het nieuwe schadeprotocol
Nu is er een nieuw schadeprotocol, zonder contourlijnen, voor het Groningerveld en de daarop aangesloten gasopslag Langelo. De gasopslag in Grijpskerk valt in principe buiten dit protocol. Het is echter de vraag of schade bij Grijpskerk niet geheel of ten dele veroorzaakt wordt door effecten vanuit het Groningerveld. Bevingen stoppen immers niet bij gemeentegrenzen.

Voor schades na 31 maart 2017 is er een nieuw loket, namelijk de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen. Deze commissie houdt er rekening mee dat schades niet stoppen bij gemeentegrenzen. Op de achtergrond wordt er nu gewerkt aan één loket voor alle mijnbouwgerelateerde schades.

Oude schadegevallen van voor 31 maart 2017 worden behandeld door de NAM. Dat zijn er volgens de NAM een flinke 6.000. Voor 1 juli 2018 moet de NAM alle schademelders die nog vallen onder het oude protocol een aanbieding doen voor het vergoeden van de schade. Iedereen is het erover eens dat de oude schadegevallen opgelost moeten worden, maar de minister heeft er niet voor gekozen om deze gevallen af te laten handelen door de Tijdelijke Commissie Mijnbouwschade Groningen.

Bij de regeling van oude zaken geldt bij schades tot € 25.000 dat de A-, B- en C-schades worden vergoed. Bij schades boven de € 25.000 wordt de zaak voorgelegd aan de Arbiter Bodembeweging.

Ook inwoners van de gemeentes Emmen, Tynaarlo en Aan en Hunze krijgen als lopende gevallen voor 1 juli een aanbod van de NAM, vanwege de aardbeving in Emmen uit 2015 en de aardbeving in Zuidlaren uit 2016. Omdat vele kleine bevingen en trillen ook schade kunnen veroorzaken, zou het Gasberaad liever zien dat er niet alleen wordt uitgegaan van die paar zware bevingen maar van alle bevingen en trillingen.

Voor de afhandeling van de oude schades heeft de NAM inmiddels ‘spelregels’ opgesteld. De NAM zal voor het zogenaamde buitengebied calculaties maken van de opgestelde schades in de rapporten van Witteveen + Bos en op basis daarvan een aanbod doen. Dit geldt ook voor alle schades, inclusief C-schade, in het zogenaamde binnengebied.

Een schademelder heeft drie weken bedenktijd, daarna vervalt het bod. Bij afwijzing vervalt het bod ook en zal de schademelder naar de Arbiter Bodembeweging moeten. Het is nog onduidelijk of het accepteren van het aanbod ook een ‘finale kwijting’ inhoudt. De brieven worden in de komende weken verstuurd, dus denk er alvast goed over na wat je wilt.

Als een schademelder het aanbod van de NAM accepteert, dan wordt het bedrag uitbetaald, maar is in het zogenaamde buitengebied de schade alsnog niet erkend als mijnbouwschade. Het is volgens Top logisch dat iedereen zijn schade erkend wil krijgen en geen finale kwijting wil, al is tekenen om verder te kunnen net zo legitiem. Die keuze moet iedereen voor zichzelf maken.

Als de schade boven de 1.000 euro uitvalt, zal de NAM in het zogenaamde buitengebied via een eigen regeling de waardevermeerderingsregeling van 4.000 euro voor verduurzaming daaraan toevoegen. Voor het zogenaamde binnengebied gaat de waardevermeerderingsregeling via Samenwerkingsverband Noord-Nederland (SNN).

Principieel vindt het Groninger Gasberaad dat de NAM alle schade moet erkennen. Deze constructie met de waardevermeerderingsregeling is bedacht om mensen met oude schades te motiveren om te tekenen, terwijl de schade nog steeds niet erkend wordt. Dat vindt Top een ‘brug om het probleem heen bouwen’. De spelregels van de NAM met daarbij vragen en antwoorden staan op de website van de NAM (www.nam.nl/6000).

De hulp van Stut-en-Steun
Jolanda Jager-Smit gaf een presentatie namens het onafhankelijke bewonerssteunpunt Stut-en-Steun. Stut-en-Stein is er voor de individuele bewoner en is opgericht door het Groninger Gasberaad en de Groninger Bodem Beweging. Het team bestaat uit negen medewerkers met verschillende achtergronden. Stut-en-Steun is gevestigd in Appingedam.

‘Het is een breed speelveld waar u en wij zich in bevinden. Het is niet vreemd dat mensen door de bomen het bos niet meer zien’, zegt Jager-Smit. ‘Wij zien dat wel en proberen u zoveel mogelijk te helpen. Ons werkveld is vooral Groningen en ook een stukje Drenthe erbij.’

‘U kunt bij ons terecht met vragen over afwikkeling van schades, versterkingsoperaties, over waarderegelingen en waardevermeerderingsregeling. We bieden een luisterend oor en zijn als een professionele buurman of buurvrouw die u helpt. We ondersteunen en begeleiden.’

‘We staan aan uw kant. Wij nemen geen besluiten en nemen uw zaak nooit over. U houdt altijd zelf de regie. Wij keren geen geld uit en onderhandelen niet met één van de partijen. Wel kunnen wij u daarbij ondersteunen.’

Verder kan Stut-en-Steun schaderapporten lezen en daarbij uitleg geven, een chronologisch overzicht maken bij complexe zaken, gesprekken en brieven voorbereiden, aanwezig zijn bij gesprekken en aanwezig zijn bij een schouw of zitting van de Arbiter Bodembeweging.

Het wettelijke bewijsvermoeden
Ingenieur Willem Meiborg sprak daarna over het wettelijke bewijsvermoeden. Hij stelt vast dat het wettelijke bewijsvermoeden als uitgangspunt nu goed is opgenomen in het nieuwe protocol. Een melder staat stevig als hij aan kan tonen dat een bepaalde scheur vlak na een bepaalde beving is ontstaan. Dat geldt dan mogelijk ook voor schademelders in het Westerkwartier en in Drenthe.

Het komt erop neer dat de NAM moet aantonen dat die scheur niet door die beving komt. Dat is volgens Meiborg enorm moeilijk om aan te tonen. Als de NAM daar niet in slaagt, dan gaat de rechter of de Arbiter Bodembeweging automatisch uit van het bewijsvermoeden.

Meiborg vond ook een cruciale denkfout in de schaderapporten van Witteveen + Bos. In de rapporten worden aardbevingen als oorzaak voor schade uitgesloten, omdat de kans op schade vanwege de actieradius van een aardbeving in het buitengebied kleiner dan één procent zou zijn. Volgens Meiborg is die kans juist niet te verwaarlozen. Witteveen + Bos ontkracht dus nergens het bewijsvermoeden.

In het geval van de beving bij Huizinge: ‘Hoe zwaarder de aardbeving, hoe verder de aardbeving reikt. Dan heb je het al over een cirkel die tweehonderd kilometer is in omtrek. En die hele kleine kans die daar dan is op schade, moet je betrekken op het aantal woningen in dat gebied. Bijvoorbeeld: 0,5 procent kans op schade per 100.000 woningen, dan praat je toch over 500 woningen die schade hebben door die ene aardbeving. Als je dan bedenkt dat er in Groningen al 1.300 aardbevingen zijn geweest, dan is heel goed verklaarbaar dat zo goed als alle schade wel door aardbevingen komt.’

Volgens Meiborg let een rechter of arbiter bij de toepassing van het bewijsvermoeden vooral op wanneer de schade is ontstaan, namelijk voor of na een specifieke beving. Ook is het belangrijk of er een nulmeting is, of woningen in de omgeving schade hebben en wat er beschikbaar is aan eerstelijnsonderzoeken en contra-expertises.

Vragen uit de zaal
Na de uitleg van Meiborg was er de gelegenheid voor vragen uit de zaal. Hieronder staat een aantal vragen van de bewoners met daarbij de antwoorden.

– Als ik schade veroorzaak bij een ander, ben ik verantwoordelijk en moet ik dat volgens de wet vergoeden. De NAM moet dat ook, als exploitant van mijnbouw. Waarom vergoedt de NAM dan niet?

Wigboldus: ‘U heeft helemaal gelijk. De cijfers staan ook aan uw kant. Als je kijkt naar de uitgekeerde schade en de proceskosten, is er veel meer betaald aan proceskosten. Dit is een janboel en een complete wanorganisatie. Het is gewoon heel slecht geregeld.’

– In de presentatie zag ik alleen de voordelen van het bestuursrecht. Zoals meer rechtszekerheid, geen procesrisico, betere bezwaarprocedures en beroepsmogelijkheden en veel minder of geen kosten voor de gedupeerden. Maar is er ook aandacht zijn voor de nadelen van het bestuursrecht?

Top: ‘Ik snap dit. In principe is het zo, je legt de claim bij de NAM neer en zij zijn verantwoordelijk en moeten vergoeden. Maar het is een feit dat we al vijf jaar de NAM aansprakelijk proberen te stellen. En we zijn daar keer op keer in vastgelopen. We hebben gezocht naar andere manieren om dit te doen. Als individuele schademelder heb je het heel moeilijk als je het opneemt tegen een leger van advocaten van de NAM. Dat proces vraagt veel van mensen. Het is een heel intensief traject. Wij hebben nu het juridische probleem verschoven naar de achterkant. Wij wilden het gevecht weghalen bij de individuele burgers en het verschuiven naar de professionals van de overheid aan de achterkant. Hoe dat gaat uitpakken, zullen we nog zien. Ik heb daar wel vertrouwen in. Ik ga ervanuit dat de overheid een oplossing voor deze mensen zoekt.’

Wigboldus: ‘Vanaf 2012 is het allemaal zo traag ingedaald. Pas sinds een jaar weet ook de rest van Nederland dat het zo in Groningen niet langer kan. De empathie is gegroeid. Ik wil er nog bij zeggen dat de overheid ook in de NAM een vinger heeft. Onderschat dat niet. Het is een overheidsdienaar.’

Top: ‘Het is overigens niet zo dat het privaatrecht nu is afgesloten. U kunt, als u dat liever doet en daar voordelen in ziet, nog naar de civiele rechter.’

– We zitten hier tussen het Groningergasveld, het Annergasveld en andere kleine gasvelden in. Als je daartussen woont, heb je dan niet dubbele mijnbouwschade?

Meiborg: ‘In de praktijk kan dat. In Zuidlaren zijn er voorbeelden van. Er liggen nu zaken voor de rechter. We weten nog niet wat voor uitspraak de rechter gaat doen.’

Top: ‘Ons streven is om straks één loket te hebben. Dat geldt dan voor het Groningerveld en de kleinere velden, de gasopslagen, de zoutwinning, de waterpeilaanpassingen en grondwateronttrekkingen. Voor alles. Dat zijn allemaal zaken die kunnen leiden tot schade. En het is heel moeilijk om uit elkaar te halen welk stukje schade door welke oorzaak komt. Wij willen de ‘voordeur’ groter en bij de ‘achterdeur’ moeten ze het maar uitzoeken. Hoe ze dan de kosten verdelen en de schade vergoeden, moet niet het probleem van u als individu zijn. Om zover te komen hebben we nog een lange weg te gaan, maar het is wel de inzet.’

– De burgerrechter toetst marginaal, niet inhoudelijk. En de bestuursrechter volgt de burgerrechter. Is het niet een idee om ze ook inhoudelijk te laten toetsen?

Top: ‘Hier is lang over gesproken. Eigenlijk volgen ze de standaardprocedure, dat bij een bezwaarschrifttraject de commissie een deskundige aanwijst. Wij willen dat er een contra-expert komt. Dat gaat nu in goed overleg. Als wij met die commissie spreken, hebben we de indruk dat ze bereid zijn om die ruimte te geven. Als mensen een nadrukkelijke voorkeur hebben voor een contra-expert, dat daar dan de mogelijkheid voor is. Het haakje is er nu. Wij gaan er nu vanuit dat ze dat op die manier gaan invullen.’

– Er wordt gezegd dat de NAM ‘ruimhartig’ gaat vergoeden. Wat houdt dat in?

Wigboldus: ‘Het woord ruimhartig is op meerdere manieren te interpreteren. Enerzijds kan bedoeld worden, ruimhartig richting de claimer. Anderzijds kan bedoeld worden, meer doen dan de schadeloosstelling waartoe ze verplicht zijn. Het Gasberaad is meer van de eerste interpretatie, de NAM wat meer van de tweede.’

– Zullen de aanbiedingen bij oude schades van de NAM reëel zijn?

Top: ‘Eerlijk gezegd zijn wij daar zelf ook ontzettend benieuwd naar. Ik maak me er ook een beetje zorgen over dat ik daar heel weinig over hoor. Dat kan twee dingen betekenen. Of de aanboden zijn zo goed dat je er niemand over hoort, en ik hoor het gerucht dat de NAM zegt dat ze al vijfhonderd akkoorden hebben. Of de aanboden zijn nog niet gekomen. Een maand geleden heeft de NAM een procesbrief verstuurd, waarin staat dat u in deze regeling zit. Als u die nog niet heeft, moet u nog even aan de bel trekken. Over de daadwerkelijke aanboden heb ik nog niet veel gehoord.’

Jager-Smit: ‘Bij ons druppelen de gevallen binnen. Iedereen die tevreden is over het aanbod, zal zich bij ons niet melden. Alleen ontevreden mensen melden zich bij ons. Wij horen allen nog maar onvrede over calculaties op basis van niet-volledige rapporteren. Het gaat heel langzaam. Maar van wat wij zien, daar worden we niet heel blij van.’

Top: ‘Wat wel winst is, is dat de NAM de calculaties zelf mee gaat sturen. Eerst zouden ze alleen het bedrag van het aanbod opsturen. Nu zullen de calculaties meegestuurd worden. Dan kun je het in ieder geval controleren.’

Hoe bereid ik mij het beste voor op een aanbieding van de NAM?

Top: ‘Drie weken is heel erg kort. Voordat je het weet is de tijd voorbij. Zorg ervoor dat je van tevoren een goed beeld krijgt van wat een aanbod is waar je mee zou kunnen leven. Vraag op tijd een offerte van de schade aan.’

Wigboldus: ‘Wat het meest verstandig is: haal iemand bij je schade met bouwkundige kennis. Nog beter, de plaatselijke aannemer of een bouwbedrijf. Krijg inzichtelijk voor welk bedrag je schade hebt. Dan kun je straks een goede afweging maken bij een bod van de NAM. Zorg dat je eerst zelf voldoende kennis vergaart over je schade. Dat kan ik met klem aanbevelen en geldt voor iedereen in de zaal.’

– Bij het aanbod van de NAM heb je drie weken de tijd om te reageren. Ik ben dan op vakantie. Is dat dan niet te weinig tijd?

Wigboldus: ‘Dan is de redelijkheid weg. De minister heeft 1 juli als datum gesteld om de druk op de ketel van de NAM te houden. Er is verder een bureau uit Amsterdam ingezet om te onderzoeken hoe u benaderd wordt. Als u daar ontevreden over bent, kunt u aangeven dat het niet in orde is. Dat onderzoek gaat steekproefsgewijs. Als jullie niet goed benaderd worden, geef dan aan dat het niet naar de zin is en dat je er heel ontevreden over bent.’

– Ik heb een rapport van Witteveen + Bos en een second opinion in plaats van een contra-expertise. Kan ik dan wel naar de Arbiter Bodembeweging?

Jager-Smit: ‘Volgens de spelregels van de NAM kunt u naar de Arbiter. Maar volgens het reglement van de Arbiter moet er sprake zijn van een geschil. U heeft alleen een rapport van Witteveen + Bos en daar staat dan geen contra tegenover.’

Top: ‘Dit was één van de dingen die ons ook dwarszat. Wij hebben met de Arbiter gesproken en die gaat kijken of het reglement aan te passen valt. Dan gaat de Arbiter kijken naar het bod dat de NAM heeft gedaan. Als er een groot verschil zit tussen het bod en de calculatie die een aannemer heeft gemaakt die je zelf hebt ingeschakeld, dat wordt dan het conflict. Dan wordt dat het geschil en dan kan de Arbiter daar mee aan de gang.’

Andere vragen en meer informatie
Volgens meerdere bezoekers van de informatieavond was het nuttig om meer verstand te krijgen van de verschillende regelingen en om inzicht te krijgen in de situaties van buurtbewoners. Ook voor het Groninger Gasberaad is van het groot belang om op de hoogte te blijven van wat schademelders allemaal meemaken.

Zijn er nog onduidelijkheden of heeft u andere vragen? Of wilt u graag uw ervaring delen met het Groninger Gasberaad? Kent u mensen in andere dorpen die ook behoefte hebben aan een bijeenkomst? Laat het ons weten. Mail naar [email protected].

Om op de hoogte te blijven kunt u zich ook aanmelden voor onze nieuwsbrief, dat kan via gasberaad.nl of door een mailtje te sturen naar [email protected].

Delen