De argumentatie van minister Knops – AO Mijnbouw 6 februari 2020

Terugblik AO Mijnbouw 6 februari: Ongeloofwaardig en weinig overtuigend

De argumentatie van minister Knops:

“Waar het nu zaak is om dat wantrouwen, die aarzeling dat eerst zien dan geloven gevoel om te zetten in we zijn met de goede dingen bezig. En, uhm, ik realiseer me heel goed, dat zeker als je op je in laten werken wat er de afgelopen jaren gebeurd is dat sommige mensen de moed in de schoenen zakt omdat ze denken wat betekent dit nu voor mij? Maar dat wil niet zeggen dat er niks gebeurd is. Er is heel veel gebeurd. En, uhm, nu enige maanden betrokken te zijn bij dit dossier en we hadden hier de vorige keer ook al een eerder Algemeen Overleg waarin ik dat ook al een beetje geprobeerd het gevoel heb over te brengen wat doet dan met je zie je dat het buitengewoon complex is. Dat is echt toch wel iets om te benadrukken. Dat is geen excuus om wat dan ook, maar om aan te gaan geven dit is echt een mega operatie. En waarom? Omdat die eigenlijk gradueel ontstaan is in complexiteit. Daar is laag boven laag aan toegevoegd, altijd met de bedoeling om de goeie dingen te doen maar uiteindelijk kom je dan bij tot vraagstuk hoeveel organisaties zijn er wel niet bij betrokken, hoe kan het dat we nog steeds niet dat ene loket hebben waar de heer Nijboer de vorige keer ook al over sprak en waarom zien we nog niet die voortgang. Nou, de eerste lichtpuntjes zijn er al wel, daar hebben we het vorige debat ook al over gesproken. Ook uit de brieven die we hebben gestuurd blijkt dat er wel degelijk voortgang wordt gemaakt met de schadeafhandeling maar ook dat we rondom de afspraken die we in Versnellingsakkoord hebben gemaakt echt zien dat partijen ook klaar staan om zeg maar die weg omhoog te vinden, om meer te versterken, om meer woningen aan te pakken. Maar dat zal dus echt de komende tijd, uh, ook moeten gaan blijken. En, uh, dat begint dus bij vertrouwen maar vertrouwen alleen is niet voldoende. Vooral ook geen naïviteit, dat vergt ook sturing. Dat vergt ook de dilemma’s die er zijn bijvoorbeeld rondom communicatie gewoon op tafel leggen en bespreken. Want ik begrijp heel goed als je bewoner bent en er wordt gesproken we gaan nu met een pilot van 250 woningen in de praktijkaanpak aan de slag, dat je dan denkt, ben ik dat? En ik ga bellen en ik krijg vervolgens niemand aan de lijn die kan vertellen hoe dat zit. Dat begrijp ik. En tegelijkertijd, uhm, is het hier schakelen op meerdere borden tegelijk, en dat betekent vanuit onze positie, naar alle organisaties die betrokken zijn, uh, dat bestuurlijk overleg is ontzettend belangrijk om al die partijen, gemeenten, provincie, NCG, de ministeries op dezelfde lijn te krijgen en te houden. Uh, dat gaat nu goed, zo lijkt het. Maar dat betekent nog niet dat daarmee de versterking gerealiseerd is en ik kan me dat dilemma heel goed voorstellen, uhm, even reagerend op wat de heer Harbers daarover zei, denk ik dat we echt nog wel een slag moeten maken rondom die communicatie. Daar zit een ander punt en dat raakt aan de vraag van de heer Van der Lee ten aanzien van het dashboard. Dat is natuurlijk van. Waar stuur je op? De heer Sienot begon er ook over: wat zijn je targets? En wil je echt goed kunnen sturen dan heb je een dashboard nodig wat gevoed wordt met correcte informatie. Nou, dat is een operatie die nu zeg maar in eerste instantie is ingezet. Ik denk dat de heer Van der Lee die daar de vorige keer heel scherp op doorvroeg, wel ziet dat er wel verbetering zichtbaar is maar dat we nog niet in de fase zijn dat je echt kunt spreken van een dashboard. En dat heeft er gewoon mee te maken dat wat wat we nu moeten gaan doen, we hebben nu de cijfers, eh-eh-eh up to date. Maar de plannen van de gemeenten die nu in de maak zijn omdat allemaal vorm te geven, die moeten dadelijk toegevoegd worden zodat je ook echt kunt zeggen: dit zijn de doelen, dit gaan we dan doen, en daar gaan we vervolgens op sturen. We zien ook dan als het ergens fout gaat. Dat is een niet te onderschatten element in het hele proces vanuit uh, governancevraagstuk, vanuit het sturingsvraagstuk ook, vanuit onze verantwoordelijkheid.

Van der Lee: op zich begrijp ik het. Maar ik vraag hier al vijf kwartalen om. En iedere keer krijg ik te horen hoe complex het is. Ik hoor de minister nu ook zeggen: vertrouwen. We hebben elkaar weer gevonden, we hebben afspraken gemaakt. Maar wanneer hebben we nou targets? Is daar nu een datum voor? Wie stuurt nu waarop? Als we die elementaire informatie niet hebben?

Minister Knops: Dat is een terechte vraag voorzitter. En, uhm, u kunt zich nog wel herinneren, dat ik ook in het vorige debat ook heb aangegeven, dat dit een proces is waarin we niet in één keer naar de totale oplossing kunnen komen. Dus, uh, ik denk dat de, uh de voortgang die we hebben ingezet, dat dat een positieve lijn is. Dat het dashboard wat er nu ligt dat is al beter dan het was maar het is nog lang niet waar we moeten zijn. Ik heb zojuist aangegeven dat het ook afhankelijk is van die gemeentelijke plannen die hierin geïntegreerd worden zodat je ook echt kunt sturen want je hebt nu een aantal gegevens maar dat is op zichzelf natuurlijk onvoldoende om, uh, te kunnen sturen. Dus elke keer als wij hierover spreken, uh dat is mijn inzet, moet dit een beter dashboard gaat worden waar je ook echt uh, niet alleen de informatie hebt maar ook, uh, de mogelijkheid om te sturen. De vraag is, wanneer is dat dan op niveau? Dat we er echt iets mee kunnen. Nou, ik hoop, uh, uh, zeg maar, dat we in begin tweede kwartaal dat die gemeentelijke plannen die hier onderdeel van moeten zijn, dat die zodanig vorm hebben gekregen dat je die in hierin kan brengen dat je dan ook zeggen, ook hier het debat over kunnen voeren over hoe zit dat qua prioriteit, wat gaat er eerst gebeuren, dat is de inzet. Uh en daar zal ik u dan ook over informeren.

Mevr. Mulder: Er zijn natuurlijk in 2018 ook plannen gemaakt voor 2019. Wanneer zien we dat dan weer terug ten opzichte van elkaar? We kunnen nu wachten op de plannen voor dit jaar maar er lag al een plan. Ik wou graag weten wat de resultaten zijn.

Minister: Ik begrijp die vraag volledig. Uhm, maar op het moment dat u vraagt om het dashboard te vullen dan moet het ook kloppen. Dus uh.. er zit gewoon een spanning tussen uh, zeg maar al die gegevens van die nieuwe organisatie van de NCG, waar collega Wiebes zojuist over sprak, wat natuurlijk een wens was om die één loket gedachte vorm te geven, om alles te bundelen in één organisatie om dat nu vorm te krijgen. Kijk, die organisatie staat nu. Is die organisatie perfect? Nee, die organisatie is niet perfect. Uh, want dat kan ook niet. Want je kunt niet in een keer een organisatie bij elkaar brengen en dat allemaal goed doen. Maar we zijn wel tevreden over de voortgang. We zijn ook zeer tevreden over de inspanningen die geleverd zijn om zo ver te komen. We zijn nog zeker niet waar we moeten zijn. Uh, dat betekent dat die plannen van afgelopen jaar, maar ook die nieuwe plannen, die moeten daar een plek in krijgen en dan kun je ook echt spreken van een dashboard zoals ik dat zelf voor ogen heb. En ik denk de heer Van der Lee ook, dit is slechts een deeloplossing. Het is meer dan het vorig debat dan uh, een aantal, twee maanden geleden. Maar die slag moet nog gemaakt worden. En we hebben er niets aan om nu iets te presenteren wat niet klopt. Want uiteindelijk, waar je op gaat sturen, die informatie, die moet gewoon kloppen.  En dat is een immense operatie geweest om dat bij elkaar te brengen. En, uhm, ik, we hebben er ook met de gemeentes over gesproken. Kijk, ook zij zien, ook in het kader van het punt wat de heer Harbers maakte, dat in de communicatie zo’n dashboard, ook in het licht van de vraag die mw. Mulder zojuist stelde, van we willen geïnformeerd worden. Kijk, dat dashboard, moet dadelijk het instrument zijn op basis waarvan, niet alleen wij, maar ook de Kamer kan volgen hoe het gaat. Dat is de gewenste situatie.

Mw. Mulder: Nou ja, ik heb geen flauw idee hoe lang dit dan allemaal nog gaat duren. En dan is wel de vraag: hoe sturen we dan ondertussen. En hoe gaan we dan wekelijks terugkrijgen, zeg maar hoeveel mensen in de versterkingsopgave ook geholpen worden. Het kan niet zo zijn dat we pas wat gaan doen tot dashboard een keer klaar is, toch?

Minister: Nou, mevrouw Mulder, kijk, u stuurt niet, u controleert. Wij sturen. Althans dat is de bedoeling, dat heeft u net ook gehoord. Dus, uh,  volgens mij is het zo dat wij moeten over die informatie moet beschikken. Daar ook de keuzes samen met de regio te maken, want ik hecht eraan te benadrukken dat het ook de regio is die zelf voor een deel die keuzes gaat maken. En zo hoort het ook, dat is even in de governance wel van belang. Eh, en, uhm, op het moment dat je zo’n dashboard hebt dan wil je dat actualiseren. En als het goed functioneert is dat ook relatief eenvoudig en dat uh, is ook, uh, mijn voornemen om uh te doen. Uhm. Uiteindelijk gaat het erom dat mensen geholpen worden, en dat ze ook weten wat hun perspectief is, wanneer ben ik aan de beurt, wat gaat dat betekenen. En dat die veiligheid ook gerealiseerd wordt want dat is het hele uitgangspunt van deze operatie, dat mensen weer veilig in hun eigen huis kunnen wonen. Ik zei zojuist, we hebben in uhm, uh, de afgelopen tijd gesproken over een versnelling van die versterkingsoperatie, de heer Sienot en ook anderen vroegen: kan dat niet sneller en simpeler? Dat is natuurlijk een uh, een logische vraag uh er is intensief samengewerkt de afgelopen tijd met die partijen, en die maatregelen die nu genomen zijn die hebben juist tot doel om de versnelling op gang te brengen. Ik noem toch twee voorbeelden. De eerste is natuurlijk die praktijk variant waarbij, uh, de aannemer bij de woning komt samen met de bewoner kijkt wat er wel en niet mogelijk is. Eén aanspreekpunt en ervoor te zorgen dat er ook tempo gemaakt wordt. Het eerste kwartaal wordt er gestart met 250 adressen. Deze zijn reeds geselecteerd maar die mensen worden fase gewijs benaderd of ze hieraan mee willen doen. En uiteindelijk als deze pilot succesvol verloopt en dat is ook de vraag van, uh, de heer Van der Lee, na de ACVG en het mandaat, wat de SodM erover gezegd heeft en als dat goed verloopt en het SodM beoordeelt dat ook dan kunnen we hiermee verder. Dan hebben we nu misschien wat tijd verloren, als je dat zo mag zeggen, door die variant uit te werken en hoe je dat gaat doen maar dan moet dat uiteindelijk resulteren in versnelling. Want dat was ook de reden waarom we hier, uh, mee aan de slag gingen, uiteindelijk. De heer Sienot vroeg zich ook nog af of daar, zeg maar, rondom verduurzaming.

Van de Lee: Is dit alles wat de minister gaat zeggen over de versterking?

Minister: Nee, voorzitter, ik ben nog lang niet klaar. Ik ga nog even door als u het niet erg vindt.

Van de Lee: over het punt van de rol van de adviescommissie

Minister: Kom ik zo nog op terug. Voorzitter, even kijken, uh, we hebben dus gezegd over het moment dat die 250 als dat goed verloopt dan schakelen we door om ook in een grotere tranche dit te gaan aanpakken. Daarnaast hebben we nog de typologie aanpak..uuuuhm.., daar kijk je natuurlijk van hoe kun je, door het slimmer te organiseren niet elke situatie als uniek te zien dan is het heel bewerkeljk dan gaat het heel lang duren. Betekent dat dan, zoals de heer Sienot zei dat er geen mensen meer langs komen. Nee, dat betekent het niet. Er wordt nog steeds op basis van die typologie aanpak een eerste assessment gedaan zou je kunnen zeggen en dan vindt er altijd een huisbezoek plaats om te checken of bijzondere afwijkingen zijn ten opzichte van wat je zou verwachten op basis van de typologie aanpak. Dus het is een soort tussenvorm tussen uh, uh, zoveel mogelijk proberen te standaardiseren en maatwerk. Want uiteindelijk moet het wel uitgevoerd kunnen worden. Maar het is het beste van twee werelden zou je kunnen zeggen. Dhr. Sienot vroeg zich ook nog af hoe zit het met de verduurzaming, als we toch bezig zijn, ja dan is het natuurlijk heel gek om alleen maar te focussen op veiligheid en dit niet mee te nemen. Nou dat zit natuurlijk in die praktijkaanpak, waarbij ook bewoners zelf kunnen aangeven wat ze nog meer gerealiseerd willen hebben zodat dat in één keer, uh, hoe zou je dat zeggen, in één operatie meegenomen kan worden. Dat is natuurlijk wel uh, als mensen bijvoorbeeld uh, ik noem eens wat een aanbouw willen uh realiseren bij het huis dan valt dat niet onder de versterking uiteraard maar kan het wel worden meegenomen– even als disclaimer voordat we het beeld opwekken dat dat zou gaan gebeuren – maar ten aan zien van verduurzaming waar het vaak zo is dat een investering leidt tot lagere lasten later, dus ook in financieel opzicht,  nog los even van de klimaataspecten daarvan uh is het zo dat er op dit moment al een subsidieregeling geldt uh zowel voor diegenen die in de praktijkaanpak zitten als diegenen die naar niet in zitten dus daar kunnen mensen al een aanvraag indienen voor uh, subsidie dat is per woning maximaal 7000 euro en daarmee denk ik dat we ook het goede doen want je wilt meteen de goede maatregelen nemen.

Ten aanzien van de afspraken die we gemaakt hebben ten aanzien van uh het bouwimpuls en ook de betrokkenheid van bedrijven daarin hebben wij, uh, gisteren, uh, een overeenkomst bereikt met de aannemers om te starten, met die B6, die kent u wel, om te kijken hoe je zaken sneller kunt organiseren. Om te voorkomen dat iedereen met zijn busje gaat rondrijden en uh die beeldspraak is geloof ik al eens eerder in dit debat aan de orde geweest en uhm de kennis en kunde van die bedrijven te bundelen zodat zowel de kleinere als de grotere bedrijven uit de regio hieraan mee kunnen doen. Wat daar dan gaat gebeuren is dat er een gemeenschappelijk bedrijfsbureau wordt opgericht waar die kennis wordt ingebracht en vervolgens er zoveel mogelijk mensen buiten aan de slag zijn om die werkstroom ook om te zetten in concrete uh,uh, realisatie. Uhm, die gaan dus aan de slag met die 250 adressen en uhm, op de vraag van de heer Harbers, ja wanneer worden deze mensen dan geïnformeerd, die worden dus niet allemaal in één keer geïnformeerd …die krijgen ook bezoek, er wordt over gesproken om met die bedrijven mee te doen en dan wordt pas duidelijk wie dat zijn. Maar er is wel een lijst van die adressen uuhm, de beoogde adressenlijst is wel eh, voor handen.

Dan dat was het kopje algemeen eigenlijk. Dan wil ik in het bijzonder even stil staan bij de NCG. Uuuhm, de vraag ook van mevrouw Beckerman of NCG voldoende in staat is om de taak die zij nu heeft om die in te vullen. Een aantal anderen heeft daar ook aan gerefereerd. Ja daar heb ik, heel eerlijk gezegd, kijk u heeft teruggeblikt met van collega Wiebes hoe het was en uh hoe het niet zo moeten we zitten nu in de fase zoals het zou moeten maar het is nog niet volledig .. het is wel operationeel maar het is nog niet helemaal, uh..uh.. perfect. Uuhm. De directeur van de NCG die hebben we ook gesproken die heeft ook aangegeven ja, ik ben nu volop bezig met die twee organisaties in elkaar te schuiven om ervoor te zorgen dat we zoveel mogelijk conform die één loket gedachte kunnen werken. Probleem wat zich wel voordoet is, en dat heb ik met de heer Nijboer in het vorig debat over gesproken, dat je natuurlijk wel uh allemaal individuele situaties hebt die veelal niet allemaal exact onder hetzelfde regime vallen uhh.. Dat zorgt voor een dilemma dat is ook – laat ik dat toch maar even zeggen, dat daar waar we uitgaan van gelijke behandeling dat altijd heel specifiek gekeken wordt welke uh, welke batch zit je, wat zijn daar de voorwaarden aan, daar zit een juridische component aan, daar wil je mensen gelijk behandelen maar dat kan dus betekenen dat mensen een andere aanpak krijgen. Altijd toegesneden op de combinatie van risico en uhh, uh, veiligheid en in welke mate je daar dan ook bij hoort. Ik heb er vertrouwen in dat die organisatie de komende tijd zich verder zal ontwikkelen maar uh, uh, het zal niet onmiddellijk uh, uh, perfect zijn. Dat dat daar moet ik gewoon heel eerlijk in zijn.

Dank u wel voorzitter, even heel precies zijn dat ik niet gezegd uh, uh, uh dat ik vertrouwen in heb dat het allemaal goed is uh dus ik heb gezegd dat ik er vertrouwen in heb dat die organisatie zich verder in de goede richting zal ontwikkelen en ik heb meteen bij gezegd dat niet alles perfect is. Dan ten aanzien van het punt van die acht organisaties. Ja, kijk, uh, dat hoort bij die complexiteit waar we het allemaal over gehad hebben. Er zijn verschillende partijen bij betrokken. Dat is vanaf het begin zo geweest en die hebben ook allemaal een eigen verantwoordelijkheid. Dat zijn gemeentes, dat zijn ministeries, dat is NCG, uhm, SodM, provincie. Dus wat van belang is om te voorkomen dat wat er in het verleden fout is gegaan dat dat nog een keer gebeurt. Is natuurlijk, daar komt ie weer, dat dashboard. De informatie, die sturingsinformatie die je nodig hebt om te kijken van waar loop je voor of achter op de planning. Het begint bij doelen stellen, zoals de heer Sienot zegt, dat gaan we dus zo dadelijk ook doen en vervolgens is het kijken of je op die weg erna toe of je die doelen ook haalt en waar je die niet gaat halen of dreigt te gaat halen, gaat bijsturen dat is de essentie… Doordat we nu die ene organisatie de NCG waar al die overheidspartijen ook van zeggen; dit is de wijze waarop het moet, voorkom dat je dat er in ieder geval geen beeld is van de werkelijkheid. Wil dat zeggen – wil ik toch nog even zeggen- dat er nooit problemen zullen ontstaan? Nee, er zal altijd wel wellicht een operationeel probleem zijn dat uh.. ergens iemand niet terug belt.. of een aannemer te laat komt, of een aannemer geen tijd heeft. Dat soort zaken, die zullen altijd blijven. Maar waar het om gaat is dat je een organisatie hebt waar alle kennis en kunde bij elkaar zit die dat ook goed oppakt. En als daar, zeg ik er meteen bij, signalen komen, dat dat niet goed loopt, ook van mensen uit de regio dan zullen we die oppakken en er iets mee doen.

Vz. Is dit antwoord op uw vraag mw. Beckerman?

Mw. Beckerman: Nee, maar ik wil mijn laatste vraag bewaren voor de heer de Jonge. Het is geen antwoord maar ik moet het er nu maar mee doen.

Minister, dat spijt mij zeer. Ik heb geprobeerd..

Vz. Ik krijg de indruk dat u ook echt een andere vraag stelde, vandaar dat ik u de mogelijkheid geef op dit punt de vraag nogmaals helder te stellen. Volgens mij was de vraag die u stelde: wat heeft u geleerd? U gebruikt de term kolossaal en ik kreeg echt een ander antwoord dus ik wil hierbij graag helpen en de minister in de gelegenheid geven echt antwoord te geven op de vraag die gesteld is.

Minister: voorzitter, dan moet u de vraag even herhalen wat u nou precies bedoelt.

Beckerman: minister Wiebes sprak van een kolossale blamage met wat er gebeurd is bij het Centrum Veilig Wonen. Wat leert u daar nu van voor in de toekomst?

Minister: die vraag heb ik dacht ik echt wel beantwoord. Daar kunnen we dan van mening over verschillen. Er zijn veel lessen te trekken over informatievoorziening, over uh, uh,tijdig sturen, problemen die er zijn ook benoemen. Onderschat niet dat als je zo’n operatie wilt doen dat je afhankelijk bent van de juiste informatie. Daar begint het mee, en dat betekent dat je doelstellingen moet formuleren dat je dat dashboard goed moet monitoren, waar de fouten ontstaan uh, daar moet je dan op ingrijpen. Dat was natuurlijk in de tijd van CWV veel, onduidelijker. Het was, dat is vanuit een hele andere context ook ontstaan en wat het goeie is van deze vorm en nogmaals perfect zult u mij het niet horen noemen, maar het goeie van deze vorm is om met al die partijen die daar een belang en een rol in hebben is dat je nu ook overeenstemming hebt over de wijze waarop je dat gaat doen. En daar kunnen ook gaandeweg de rit dilemma’s ontstaan of discussies over ja, wat heeft nu prioriteit in het kader van schaarste en dat bespreek je dan in zo’n bestuurlijk overleg. Ehm maar dat is ook de les die geleerd van de wijze van hoe het in eerste instantie is gegaan. En ook collega Wiebes heeft al gereflecteerd over waarom er gekozen is voor deze vorm. En uh, maar op zich, de organisatie alléén mw. Beckerman, is niet een garantie voor succes. Dat betekent dat alle partijen die daar een rol in spelen hun verantwoordelijkheid moeten nemen en uh, dat moeten oppakken. Ik heb er dus vertrouwen in dat dat nu ook gaat gebeuren. En daar waar er problemen ontstaan en er komen gewoon problemen, natuurlijk, dat je in staat bent om dat op een goeie manier op te lossen, in ieder geval dat je geen discussie hebt over de feiten. Je kunt wegen dat je andere dingen prioriteit stelt, per partij kan dat verschillen maar de feiten moeten wel kloppen.
Is dat een antwoord, voorzitter?

Vz. Dat is niet aan mij om dat te beoordelen. Laat ik daar geen inhoudelijke reactie op geven. De heer Sienot.

Sienot: Ik vind die versterking zo belangrijk, dat we die 2500 halen dit jaar, dat ik er nog toch even op door ga. Ik verbrand er mijn laatste vraag op. Ik zal het kort houden. Punt is: zijn hiermee de oorzaken echt weg gehaald? Met die acht organisaties loopt iedereen een kant op. En dat willen we voorkomen. Het moet op elkaar aansluiten en mensen moeten niet allemaal precies dat doen waarvoor ze wettelijk zijn aangesteld. Is de oorzaak hiermee echt weg genomen?  Dat is de vraag.

Minister: ja, een deel van de oorzaak van de complexiteit heb ik zojuist al iets over gezegd is natuurlijk dat zeg maar dat fasegewijs beoordelingen hebben plaatsgevonden, dat ook rondom de gaswinning en de risico’s die daaraan vast zaten dat is ook niet statisch geweest dus je ziet dat in dat hele proces tot nu toe en een aantal van u hebben dat beschreven, dat er geen sprake is van statische gegevens, er zijn ontwikkelingen geweest in die tijd. Uh, en dat hoeven we ook niet te ontkennen, er zitten ook verschillende belangen en die lopen niet altijd parallel. Dus, uhm, ja, zijn alle oorzaken weg genomen? Ik denk niet dat alle oorzaken zijn weg genomen want wat er gebeurd is de afgelopen jaren dat is ook vast gelegd daar zijn ook afspraken over gemaakt dus dat is een werkelijkheid waar je mee te maken hebt. Waar ook die nieuwe organisatie mee te maken heeft, dus de complexiteit is zeker niet weg genomen. Dat is een risico, wat ook van belang is en dat heb ik zojuist proberen te benadrukken, is dat de informatie die beschikbaar is, éénduidig is, dat die niet multi-interpretabel is, en dat je een vorm hebt van overleg waar partijen vertrouwen in elkaar hebben en ook bereid zijn als er conflicten zijn daarover te spreken… Dus antwoord is dat de oorzaak niet helemaal is weggenomen. Dat gaat ook niet, je kunt er niet uitpoetsen. Maar dat er nu wel een basis ligt om op verder te gaan. En ik heb daar vertrouwen in.

Uuhm, nog even, uhm, een verdere opmerking van het punt dat Dhr. v.d. Lee maakte over dat dashboard, wat meer specifiek. Uhm, dat dashboard willen we dus verder gaan door ontwikkelen. Uhm, er wordt verder gewerkt aan de verdere uitwerking van die die prognose kolom waar Sienot al over sprak, waarbij dus uiteindelijk die 4000 opnames en de 4000 beoordelingen het uitgangspunt vormen. Uhm, en met name de relatie tussen de gemeentelijke planning en de voortgang moet verder vorm krijgen en die plannen die daarvoor ingeschoven moeten worden die zijn voorzien voor begin Q2, begin tweede kwartaal, vandaar ook mijn eerdere opmerking, dat ik hoop dat in de loop van het tweede kwartaal dit duidelijk is.

Stap voor stap, en het moet ja, het moet elke keer beter worden en je moet ook kunnen zien dat het beter wordt. Ik voel me ook in die zin zeer verwant met de inhoudelijke motivatie die u daarvoor uh heeft neer gelegd. Misschien nog even de vraag van mw. Mulder daaraan koppelend, daar heb ik wel iets over gezegd, ik denk dus, uh, dat zou mijn doel zijn, dat we de, uh, het dashboard zodanig maken dat het ook maandelijks geüpdate wordt. Kijk uiteindelijk het is natuurlijk het allermooiste dat wanneer je een dashboard hebt waarmee je gewoon real-time bijna, kunt bijhouden, wat ook voor de volksvertegenwoordiging gebruikt kan worden om te kijken hoe het ervoor staat. De ambitie is nu om dat maandelijks te doen, dan heeft u ook meteen alle inzicht. Dat is uh denk ik uh in het kader van de transparantie uh,uh, van groot belang. Dan hoop ik dat de fouten zeg maar de vervuiling die in de systemen zitten waarbij mensen soms in meerdere in verschillende – vorige keer heel debat over gehad, welk juridisch regime – ja is vervelend woord- zo gaat het wel vaak, waar val je onder, dat dat dan eruit is, die vervuiling. En dat we ook echt op dat dashboard kunnen sturen.

Delen