Vrijdag 27 november heeft de IMG het advies “Over zetting als oorzaak van fysieke schade aan gebouwen” op haar site gepubliceerd.
Op de website introduceert IMG het door hen gevraagde advies als volgt: “Schade door zettingen, ook wel verzakkingen genoemd, vormt een veel voorkomend en tegelijk technisch complex vraagstuk. Het leidt soms tot technische en daarmee ook juridische onduidelijkheid. Het IMG vroeg daarom onafhankelijke, specialistische deskundigen hiervoor praktische handvatten te ontwikkelen.” Het Groninger Gasberaad vreest dat we daarmee in de bekende valkuil dreigen terug te glijden: focus op modelmatige, technische oorzaken, en het negeren van feitelijke observaties. Rekenen in plaats van meten. Afhandelen in plaats van oplossen.
Het feit dat het hier om een technisch complex vraagstuk gaat is niet nieuw. Dat is al jaren bekend en heeft al tot veel ellende geleid. Het was één van de voornaamste redenen om de bepaling met het bewijsvermoeden in de wet op te nemen, de schade afhandeling publiek te regelen en een paneladvies te vragen. De voorloper van het IMG, de TCMG heeft als uitwerking van het bewijsvermoeden gehanteerd dat er binnen het effectgebied “een evident en aantoonbaar andere oorzaak als uitsluitende oorzaak voor de fysieke schade moet zijn.” Alleen als dat aan de orde is, is het bewijsvermoeden weerlegd. Nu stelt het IMG op de site dat ‘evident’ en ‘aantoonbaar’ (en ‘uitsluitende’?) oorzaak voor meerdere uitleg vatbaar is. Maar blijkens het advies hebben ze er zelf wel een duidelijke mening over: “Voor het ontzenuwen van het bewijsvermoeden is, zo heeft IMG aangegeven, juridisch gezien, echter geen onomstotelijk bewijs vereist dat de schade niet is ontstaan en/of verergerd door bodembeweging.”
Het Groninger Gasberaad heeft het conceptadvies in een eerder stadium ontvangen en is gevraagd om hier een reactie op te geven. Dat hebben we gedaan op 28 oktober, nadat we met zowel IMG als één van de opstellers in gesprek zijn gegaan. Ons grootste bezwaar is de feitelijke relativering van de uitleg van het wettelijk bewijsvermoeden. In plaats van binnen het effect gebied ervan uitgaan dat het mijnbouwgerelateerde schade betreft, tenzij er een duidelijke, uitsluitende, andere oorzaak kan worden aangetoond, wordt nu vooral gezocht naar met voldoende zekerheid vaststellen van andere oorzaken. Waar er sinds TCMG van start ging, binnen het effectgebied géén grenswaarde van bevingstrillingen nodig was om het vermoeden van mijnbouwschade aan te tonen, zal dat straks opnieuw weer wél het geval zijn.
Het betreft een advies waarvan, zo schrijft IMG op haar website, “de komende maanden steeds concreter wordt hoe het in de praktijk handen en voeten gaat krijgen. Waar mogelijk zal het advies in lopende zaken al worden betrokken, maar wel met in achtneming van nog openstaande vraagstukken. De inbreng van maatschappelijke organisaties wordt daarbij betrokken”.
Er dreigt een herhaling van zetten. Al in 2017 voerden we deze discussie naar aanleiding van de zogenaamde “Witteveen+Bos rapporten”. Die gingen toen van tafel en zowel rechters als Arbiters gingen niet mee in de redenering van “Witteveen+Bos”, die sterk lijkt op de adviesnotitie Staalduinen/Everts. Wat ons betreft is dit daarmee een gepasseerd station en vinden we het frustrerend dat de discussie opnieuw ter tafel komt. We gaan de strijd opnieuw aan maar we verwachten van het IMG dat zolang er geen expliciet besluit is genomen op dit advies er in de praktijk niet op wordt geanticipeerd. De afgelopen weken hebben we al met herhaling geconstateerd dat het Staalduinen/Everts-advies door ingehuurde schade-experts, zowel bij het opstellen van de adviesrapporten als bij hoorzittingen, werd ingezet. Als IMG zijn besluiten momenteel al baseert op het advies Staalduinen/Everts, zijn alle nog aangekondigde processtappen een formaliteit of mosterd na de maaltijd. Dat is niet behulpzaam in het moeizame proces van ‘herstel van vertrouwen’.
Tot slot, los van de inhoud, hebben we ons afgevraagd voor welk of wiens probleem dit advies een oplossing moet bieden. Het IMG loopt er tegenaan dat de schaderapporten op dit onderdeel onvoldoende consistent zijn, dát probleem wordt met dit advies waarschijnlijk grotendeels opgelost. Onjuist consistent, is óók consistent.
Veel woningeigenaren lopen aan tegen verzakkingen, fysieke schade en versterking. Hoe zinvol is het repareren of versterken van een verzakte woning al dan niet bovenop een zwakke, beschadigde fundering? Veel van de bewoners zitten in een onmogelijke en uitzichtloze situatie – maar voor hen biedt dit advies geen enkele oplossing. Het wachten is op een advies die aangeeft hoe deze woningen toekomstbestendig, aardbevingsbestendig kunnen worden hersteld. Alleen daar komen we verder mee.
Lees hier onze volledige reactie -> 2020 10 28 Groninger Gasberaad schriftelijke reactie op notitie ‘Over zettingen als oorzaak van fysieke schade aan gebouwen’