Groninger Gasberaad roep IMG op: Torn niet aan het bewijsvermoeden!

31 Maart 2021

Het IMG heeft opnieuw de behandeling van een groot aantal dossiers ‘on-hold’ gezet. Afgelopen zomer betrof het ruim 1.250 dossiers in twee gebieden (rond gasopslag Norg, en de zuidoost hoek van het gebied) waar de schaderapporten ineens een trendbreuk lieten zien. Nu blijkt dat die trendbreuk – van doorgaans erkennen van schade naar systematisch afwijzen – zich op een veel grotere schaal voordoet. Dat is alarmerend.

Het Groninger Gasberaad wil een analyse op basis waarvan beoordeeld kan worden of de huidige werkwijze van de schade afhandeling verantwoord en houdbaar is, of na al die jaren (en vele nieuwe, goede pogingen), toch definitief failliet is. Daarom hebben wij het IMG inmiddels verzocht om onder anderen de volgende gegevens te verstrekken: voor alle maanden van 2019, 2020 en 2021 de aantallen van (1) volledig afgewezen schademeldingen (2) deels toegekende schades en (3) volledig toegekende schades op dossierniveau, op schade niveau, op expertbureau en geografisch.

Het is goed dat IMG in ieder geval de dossiers niet zondermeer doorstuurt en niet, conform het afwijzingsadvies van de deskundige, een afwijzend besluit neemt. Maar de grote vraag is natuurlijk: wat gaat het IMG dan wel doen? IMG staat enerzijds onder druk van de onafhankelijke deskundigen, die kennelijk “anders zijn gaan aankijken tegen de kans op schade”. Deskundigen kijken al sinds jaar en dag verschillend aan tegen de kans op schade. Precies daarom is het wettelijk bewijsvermoeden ingevoerd. Daarmee is de causaliteitsvraag bewust opzettelijk versimpeld: schade die in zijn aard mijnbouw gerelateerd is, wordt vermoed dat te zijn. Alleen als er overduidelijk en evident een andere oorzaak aangewezen kan worden, dan is dat vermoeden onjuist. Dus, iets overdreven gesteld: als de achterkant van de Tesla uit de pui van de woning steekt, de eeuwenoude kastanjeboom door het dak ligt of zwarte, smeulende resten zijn te zien, dan is het voor iedereen duidelijk dat de beschadiging van de woning daaraan gerelateerd zal zijn, en dus geen mijnbouwschade zal zijn. Hoe moeilijk kan het zijn?

Deskundigen kijken inmiddels niet meer naar de andere, expliciete oorzaken maar gaan op basis van trillingssterkte van enkele bevingen de kans op schade inschatten. Daarmee passen zij het bewijsvermoeden niet of op de verkeerde manier toe. Binnen het effectgebied is de trillingssterkte niet relevant, alleen de evident uitsluitende andere oorzaak (de Tesla, de boom, de brand, enz.) is daar relevant.

Het IMG had er ook voor kunnen kiezen om deze rapporten in de prullenbak te gooien en zelfstandig – in ieder geval op basis van procedurele en maatschappelijke gronden – een ander besluit te nemen. Dat heeft het IMG blijkbaar nog niet aangedurfd. Daarmee begeeft het IMG zich op glad ijs. Het willen zoeken naar de ‘absolute, wetenschappelijk onomstotelijke, waarheid’ heeft in deze kwestie géén zin (zie ook onze website: ‘Cosmetische herstel van een illusie’) en is ook niet wat van het IMG verwacht wordt in het kader van een ‘ruimhartige schadeafhandeling met toepassing van het bewijsvermoeden’. Nog meer onderzoek naar causaliteit is onnodig -immers: bewijsvermoeden- en levert vooral meer onrust, meer verschillen, en nog meer vertraging op. Onderzoek naar wat er werkelijk aan de hand is met al die beschadigde woningen (het afgelopen jaar 1.000 schademeldingen per week!) lijkt ons zinvoller dan blijven zoeken of bodemdaling, trillingen, enzovoort tot schade zou kunnen leiden. De schade is er! Maar nog beter zou het zijn wanneer het IMG zich vooral gaat richten op andere oplossingen: de recent in de Tweede Kamer aangepaste Tijdelijke Wet Groningen biedt het IMG veel meer ruimte om met maatwerk tot oplossingen te komen. Daar zit de sleutel naar de toekomst!

Delen