Het had nooit zover mogen komen

Gronings Perspectief einsrapport

  • 170.000 mensen kampen met schade aan hun woning door aardbevingen
  • 85.000 mensen daarvan hebben te maken met meervoudige schade.
  • Van deze 85.000 kampen er 10.000 met gezondheidsklachten als gevolg van deze schade, de nasleep en de vervelende gevolgen.
  • Als gevolg van deze problematiek, kunnen in de toekomst tot vijf mensen per jaar overlijden aan stress gerelateerde klachten.

Wát een schokkende cijfers! Van deze opsomming uit het rapport Gronings Perspectief, vorige week gepubliceerd door de RuG, worden wij ronduit verdrietig. We hebben er maar een antwoord op: het had nooit zo ver mogen komen. Helaas is het een realiteit geworden die we onder ogen moeten zien.

Het rapport, gebaseerd op onderzoeken van RuG, LifeLines en de GGD over een periode van een paar jaar, leest als een nachtmerrie. Zoveel mensen die al zo lang lijden en voor wie een oplossing verder weg dan ooit lijkt. Die de moed opgeven en het vertrouwen verliezen in de overheid, in instanties, in zichzelf. Die zich terugtrekken uit het sociale leven, ziek thuis komen te zitten en door de bomen het bos niet meer zien. En waarom? Omdat er geen deugdelijke manier wordt gevonden schade op te lossen en mensen juist en tijdig te informeren over het proces waar ze in zitten.

Wij begrijpen de onzekerheid van deze mensen heel goed. Terecht stellen ze vragen over hun proces en twijfelen ze inmiddels aan elke nieuwe oplossing die wordt aangedragen voor hun probleem. Het heeft simpelweg te lang geduurd. Mensen zijn teveel van het kastje naar de muur gestuurd. Dat wordt ook pijnlijk duidelijk door de persoonlijke verhalen die tussen de hoofdstukken van het onderzoek staan. Een duidelijke manier om helder voor het voetlicht te brengen waar het in dit dossier zo vaak mis gaat. Dit is geen werk voor louter protocollen, overlegstructuren en hoge bazen: dit is menselijk maatwerk. En de mens is in deze te vaak over het hoofd gezien.

De onderzoekers concluderen aan het eind van de samenvatting van hun onderzoek dan ook niet voor niets: “Het onderzoek laat zien dat een grote groep ernstig getroffen is. De negatieve uitkomsten nemen toe. Er is geen aanleiding om te veronderstellen dat dit probleem vanzelf verdwijnt.”

En daarom moet er wat gebeuren! We kunnen ons goed vinden in de aanbevelingen van de onderzoekers. Zo wordt een ‘integrale aanpak’ voorgesteld, die gericht is op gezondheid, veiligheid én vertrouwen. En wordt er op aangedrongen schade zoveel mogelijk te voorkomen en de maatschappelijke gevolgen de versterking zoveel mogelijk weg te nemen. Tot slot doen de onderzoekers een appel om bewoners zoveel mogelijk mee te nemen in de processen die ze boven het hoofd hangt. Een zogeheten ‘bottom-up proces’. Meer regie bij de bewoners: wij kunnen het er niet méér mee eens zijn.

Tot slot roepen wij op tot vervolgonderzoek. Het is belangrijk dat men blijft onderzoeken hoe het daadwerkelijk met de Groningers gáát. Dát is immers waar het uiteindelijk allemaal om gaat: gelukkig, veilig en gezond kunnen leven in Groningen.

Delen