Vorige week maakte de Nationaal Coördinator Groningen (NCG) bekend dat zich voor de pilot voor het opkopen van de woning, 176 huiseigenaren zich hebben gemeld. Daarvan zijn er 61 ‘niet ontvankelijk beoordeeld’ omdat ze niet voldoen aan de criteria: ‘binnen de 0,2 pga contourenkaart’ en/of ‘de woning staat langer dan een jaar te koop voor reële marktprijs’.
Blijven over 115 huiseigenaren die beoordeeld gaan worden op de criteria ‘familie-omstandigheden’, ‘werk elders’ of legitieme reden om ‘kleiner te willen wonen’. Waarschijnlijk vallen er in deze beoordelingsronde nog een aantal huiseigenaren af, waarmee er ergens tussen de 50 en 100 huiseigenaren overblijven die voor opkoop in aanmerking komen. Maar voor de pilot heeft de NAM 10 mln. beschikbaar gesteld, waarmee, aldus het persbericht van de NCG, “ongeveer 50 woningen gekocht kunnen worden”.
Maar stel dat het uitkomt op 80 aanmeldingen die voldoen aan de criteria (of 66, of 93). Dan worden 30 huiseigenaren die voldoen aan de criteria afgewezen? En hoe komt de NCG vervolgens tot de selectie van die 30? Moet de commissie een volgorde van “schrijnendheid” (in vakjargon) gaan bepalen? Of moet er (aanvullend) geloot gaan worden? Beiden vindt het Gasberaad in deze situatie onredelijk. Het gaat hier om de toekomst van mensen, van gezinnen.
Geld kan en mag het probleem niet zijn. Waar is die 10 mln. op gebaseerd? Ongetwijfeld op de angst dat er ook duizenden aanmeldingen hadden kunnen komen. Maar dat is niet zo, weten we nu. Bovendien, het opkopen van woningen is geen weggegooid geld. Het is een investering waarop hooguit een klein deel moet worden afgeschreven. In het ergste geval moet het huidige startkapitaal worden verdubbeld. Dit extra bedrag is relatief bescheiden in verhouding tot de gehele operatie in het gebied. En voor de betreffende mensen maakt het een groot verschil.
Het Gasberaad doet dan ook een beroep op de NCG en NAM om ervoor te zorgen dat álle huiseigenaren die zich hebben aangemeld én voldoen aan de criteria te honoreren. Het gaat hierbij -zo kunnen we nu vaststellen- per definitie om een overzichtelijk aantal. Hooguit enkele tientallen extra boven de 50. Daarmee lopen we geen risico’s op ernstige ontwrichting van leefomgeving of woningmarkt.
Alle terechte aanvragen honoreren zou een gebaar van redelijkheid en erkenning zijn en precies daar heeft deze regio nu behoefte aan.09