“Alle bestuurlijke afspraken en toezeggingen ten spijt is het grootste gebrek in de versterkingsoperatie tot nu toe het gevoel voor urgentie. De gevolgen van de gaswinning in onze provincie voltrekken zich als een onzichtbare en langzame nationale ramp met ongekende omvang voor Nederland. (..) Een juridische werkelijkheid, waarin aansprakelijkheid de hoofdrol speelt en geld de spil is, is de grootste en bovendien rechtstreekse bedreiging van de versterkingsopgave. (..) Voor ons is dit onbegrijpelijk. In de ontstane systemische werkelijkheid constateren wij een totaal gebrek aan gevoel voor urgentie om deze nationale ramp menselijk, snel en ruimhartig aan te pakken, waarbij de veiligheid van de Groningers en het oplossen van de veroorzaakte problemen weer voorop staat. (..) De bij de versterking en afhandeling van schade betrokken overheidsorganisaties opereren nog te veel vanaf hun eigen ‘eilanden’. (..) Er is bovendien geen sprake van ruimhartigheid. Vrijwel alle elementen in het versterkingsproces worden langs de juridische meetlat gelegd en voeren in veel gevallen terug op financiële consequenties in de aansprakelijkheidsdiscussie. De zogenaamde achterdeurdiscussie over de afspraken tussen NAM en het ministerie van EZK staat de uitvoering voortdurend in de weg. Van de garantstelling door het Rijk is tot op heden in de uitvoering weinig gebleken.”
Dit had zo maar een tekst van ons kunnen zijn. Maar dat is het niet. Het staat in een brief van de regionale bestuurders (gemeenten en provincie) aan het SodM. Uit ons hart gegrepen! Als je tot je door laat dringen wat hier staat, is het toch bijna niet te geloven dat we ondertussen gewoon doorbouwen aan deze systemische werkelijkheid. Hoe kan dat? Lees hier de brief.