- Versie
- Downloaden 1
- Bestandsgrootte 24.00 KB
- Aantal bestanden 1
- Datum plaatsing 7 april 2020
- Laatst geüpdatet 8 april 2020
2020-04-07 Vragen sensor netwerk
1. Waarom is het sensornetwerk geïnstalleerd in 2014?
Antwoord: In 2014 is NAM begonnen met het sensorennetwerk voor gebouwen met als doel inzicht te krijgen in schade als gevolg van aardbevingen.
Dit vinden we wel een heel kort antwoord.
2. Was dit in opdracht van het ministerie van EZ? Als onderdeel van de vereisten voor "exploitatievergunningen"?
Over dit onderwerp wordt niet gesproken in beide stukken.
3. Wat werd verwacht van het netwerk? Welke informatie hoopte men van de data te krijgen?
De verwachtingen en naar welke informatie men op zoek was wordt helaas niet duidelijk.
4. Hoe verhoudt zich dit netwerk tot het meetnetwerk van het KNMI? Wat is er 'gelijk', wat is er 'anders'?
Antwoord: Sinds de start van het netwerk zijn door TNO de aardbevingen met magnitude 2,5 en hoger geanalyseerd, inclusief schadeopnames na iedere beving.
Dit sensorennetwerk staat los van de monitoring van aardbevingen en de bijbehorende grondbewegingen dat het KNMI met zijn uitgebreide meetnet uitvoert. Dat blijft vanzelfsprekend door gaan.
5. Waarom is destijds gekozen voor een termijn van 10 jaar?
Ook op deze vraag komt geen duidelijkheid.
6. Wat was de rol van TNO precies?
Antwoord: Sinds de start van het netwerk zijn door TNO de aardbevingen met magnitude 2,5 en hoger geanalyseerd, inclusief schadeopnames na iedere beving. De rapporten zijn te vinden op de website van NAM. www.nam.nl/feiten-en-cijfers/onderzoeksrapporten.html
TNO heeft met alle deelnemers aan het sensorennetwerk een contract gesloten, waarin onder andere staat dat de sensoren na het beëindigen van het netwerk worden verwijderd. Met de deelnemers is daarom vanaf 6 januari contact opgenomen om een afspraak te maken voor het verwijderen van de sensoren.
Hiermee is een deel van de vraag beantwoord. Maar hoe het nu echt zit, daar moeten we naar blijven gissen.
7. Hoe was de financiering geregeld? Zowel investeringskosten als exploitatiekosten. Kwamen alle kosten volledig voor rekening NAM?
Over dit onderwerp wordt niet gesproken in beide stukken.
8. Wat heeft het sensornetwerk aan informatie opgeleverd? Hoe is die informatie ontsloten? Tot welke (nieuwe) inzichten heeft de verzamelde data geleid?
Antwoord: De minister verwijst naar www.nam.nl/feiten-en-cijfers/onderzoeksrapporten.html
Dit beantwoordt alleen de vraag hoe de informatie is ontsloten. Welke informatie het sensornetwerk heeft opgeleverd en welke inzichten hieruit zijn verkregen blijft helaas onduidelijk.
9. Waarom heeft NAM besloten het netwerk niet langer operationeel te laten zijn?
Antwoord: Het sensorennetwerk levert inmiddels geen nieuwe inzichten meer op, waardoor NAM heeft besloten het netwerk te beëindigen. Naar de huidige inzichten is de nauwkeurigheid van dit netwerk bovendien onvoldoende.
10. Kon NAM dit zelfstandig beslissen?
Antwoord: SodM heeft mij (red. minister Wiebes), onder andere, laten weten dat NAM geen verplichting heeft het netwerk voort te zetten en dat het netwerk in de huidige vorm geen concreet nut of toegevoegde waarde heeft.
Hiermee wordt niet geheel duidelijk of NAM zelfstandig mag beslissen, maar wel dat er kennelijk geen verplichting is.
11. NAM zegt overnamekandidaten gezocht te hebben maar die niet hebben kunnen vinden. Is er een 'natuurlijke' partij die eigenaar zou kunnen zijn überhaupt te vinden? Probleem is al jaren, dat er géén onafhankelijk onderzoek naast NAM gebeurde door overheid of overheid gelieerde partijen. Al het onderzoek gebeurde door NAM of was gebaseerd op door NAM aangeleverde data. Achteraf is dat door alle betrokkenen als een gemis ervaren. Maar het maakt het misschien wel logisch dat er nu ook geen vanzelfsprekende overnamekandidaat is te vinden?
Antwoord: NAM heeft mij laten weten gesprekken te hebben gevoerd met verschillende individuele partijen, maar ook met vertegenwoordigers van maatschappelijke organisaties. Het onderwerp is 14 november aan de orde gekomen in een periodiek overleg van de NAM met Groninger Gasberaad en de Samenwerking Mijnbouwschade Groningen. NAM heeft daar een presentatie gehouden over het netwerk en een open uitnodiging gedaan aan eventueel geïnteresseerde partijen om de NAM direct te benaderen voor overnamegesprekken. Ook is het onderwerp besproken in de bijeenkomst van het Technisch Platform Aardbevingen van 31 oktober jl. waar onder andere NAM, SodM en het ministerie van EZK in participeren, en is iedereen die een visie heeft op wel of niet behouden van het TNO-netwerk in Groningen opgeroepen dit bij het ministerie van EZK te melden. Geen van deze partijen heeft NAM aangegeven interesse te hebben om de rol van NAM bij het netwerk over te nemen. Ook bij EZK hebben zich geen partijen gemeld.
NAM heeft mij aangegeven via verschillende kanalen contact te hebben gehad met de Hanzehogeschool Groningen, maar dat dit niet heeft geleid tot concrete interesse. Met de Rijksuniversiteit Groningen heeft NAM geen contact gehad.
Het bevreemdt ons dat er geen contact is geweest met de gedeputeerde van Dekken die 'ondergrond' in zijn portefeuille heeft.
12. Waarom komt in de aanbestedingsstukken voor de proef met de tilt-sensoren de koppeling met de data van het sensornetwerk voor? Er is in het verleden beweerd dat de sensoren weliswaar los van elkaar kunnen functioneren maar dat met gebruikmaking van de sensordata van NAM, de lang uitgestelde tiltmeter-proef waardevoller en informatiever zou zijn.
Antwoord: NCG heeft aangegeven dat het beëindigen van het sensorennetwerk geen nadelig effect heeft op de pilot tiltsensoren. De pilot tiltsensoren is niet gerelateerd aan het sensorennetwerk. NCG heeft dit met de onafhankelijke technische commissie besproken, die voor de pilot tiltsensoren in het leven is geroepen. De pilot maakt verder geen gebruik van gegevens van het sensorennetwerk. De uitspraak van de NCG dat het sensorennetwerk mogelijk nuttig kon zijn om de resultaten uit de proef met de tiltmeters beter te kunnen duiden, werd gedaan voordat de NCG met de onafhankelijke technische commissie heeft gesproken.
We krijgen de indruk dat met dit antwoord wordt de proef met de tiltsensoren aangepast wordt omdat er geen sensornetwerk meer is.
13. Is overwogen door EZK om het netwerk zelf langer aan te houden, ook in het kader van de monitoring van de gevolgen van de gaswinning, ook nádat NAM daarmee is gestopt?
Antwoord: Ik verken nu met het KNMI of, en zo ja in welke vorm, een netwerk waarbij bewoners participeren van meerwaarde zou kunnen zijn op de bestaande monitoring. Dit staat echter los van het bestaande netwerk.
Graag worden we op de hoogte gebracht van de uitkomst van deze gesprekken. Wel willen we stellen dat de ontmanteling van het huidige netwerk niet onomstreden is.
14. Is het provinciebestuur betrokken geweest bij de beslissing het sensornetwerk te ontmantelen?
Uit de beide brieven van de minister maken wij op dat er geen contact is geweest met het provinciebestuur.
15. Wat zijn de kosten voor de jaarlijkse exploitatie? Hoe opgebouwd? Vallen de middelen die NAM daarvoor had gereserveerd nu vrij?
Antwoord: Op basis van informatie van TNO bedragen de kosten van voortzetting van het netwerk tot en met 2022 € 2,9 miljoen.
Een verdere duiding ontbreekt in de brieven van de minister.
16. Kon NAM de 10-jarige contracten met de bewoners éénzijdig opzeggen, met als enig argument dat zij er geen nieuwe inzichten in zagen?
Antwoord: De minister antwoordt dat de deelnemers contracten hebben met TNO. NAM heeft als eigenaar niet rechtstreeks contracten met bewoners afgesloten.
Deelnemers hebben met TNO een contract voor 10 jaar afgesloten. In dat contract staat dat TNO het contract eerder kan beëindigen in geval het sensorennetwerk eerder wordt beëindigd, zoals nu het geval is. Ik kan mij echter voorstellen dat deelnemers deze clausule niet scherp voor de geest stond.
17. Is het mogelijk dat het netwerk - al dan niet geactualiseerd of aangepast - alsnog nuttige informatie in de toekomst kan opleveren over bodembeweging in relatie tot doorwerking in panden? Waarom wel/niet?
Uit het antwoord van de minister: 'Wel heeft een aantal partijen, waaronder SodM, bij mij aangegeven dat een netwerk in aangepaste vorm mogelijk wel technische meerwaarde biedt.' blijkt dat er wel degelijk mogelijkheden zijn.
Onze vraag is, waarom worden deze aanpassingen niet doorgevoerd en het sensornetwerk daarmee gecontinueerd?
Uit het antwoord van de minister: Wat veranderd is ten opzichte van de start van het sensorennetwerk is dat het geen nieuwe inzichten meer oplevert. Het sensorennetwerk is opgezet om zware aardbevingen te analyseren. Er zijn 10 aardbevingen met een magnitude van groter dan 2,5 door het netwerk geregistreerd. De rapporten van de laatste geregistreerde aardbevingen leiden weliswaar tot een uitbreiding van de dataset, maar geven geen andere resultaten. Het sensorennetwerk is vooral een aanvulling op bestaande netwerken. Er is geen toepassing van de data van het sensorennetwerk waarin alleen dat netwerk kan voorzien.
Het sensorennetwerk staat los van de monitoring van aardbevingen en de bijbehorende grondbewegingen waartoe de NAM verplicht is en dat met het meetnet van het KNMI wordt uitgevoerd. Dat blijft vanzelfsprekend door gaan.
Wel heeft een aantal partijen, waaronder SodM, bij mij aangegeven dat een netwerk in aangepaste vorm mogelijk wel technische meerwaarde biedt. Ook geeft SodM aan dat er regionaal meer vertrouwen kan ontstaan als bezorgde bewoners direct kunnen zien aan welke grondbewegingen hun huis is blootgesteld.
Omdat ik begrip heb voor deelnemers die aangeven het prettig te vinden bij een aardbeving op hun sensor te kunnen kijken, ben ik met NAM in contact getreden. Dit overleg heeft opgeleverd dat het in principe mogelijk is om de sensor te behouden als mensen daar behoefte aan hebben. In plaats van verwijderd, wordt de sensor dan in eigendom van de deelnemer gegeven, overigens zonder dat verder wordt onderzocht of de huidige bevestiging van de sensor aangepast zou moeten worden voor een optimale meting. De sensor kan door de deelnemer rechtstreeks aan een PC worden gekoppeld. Op deze wijze kunnen mensen het effect op hun eigen woning blijven zien.
18. Stel dat er alsnog een geïnteresseerde partij zich zou melden, moet die partij het netwerk dan ‘kopen’ van NAM? En ook zelf de exploitatiekosten dragen?
De enige uitspraak die de minister hierover doet is: 'Voor zover de regio het vanuit oogpunt van draagvlak wenselijk vindt het voort te zetten, zal ik dat niet tegen houden. Dat vergt financiering en een partij die het contract met TNO op zich neemt.'
19. Klopt het dat het netwerk nu ongeveer aan onderhoud en update toe was? Wat zou dat gekost hebben?
Hierover doet de minister geen uitspraak.
20. Om te voorkomen dat we in de toekomst opnieuw moeten constateren dat we achteraf te weinig onafhankelijke kennis hebben vergaard om beleid op te baseren. Waar moet in de toekomst het onafhankelijk bodemonderzoek en monitoring van de ondergrond ondergebracht worden? Voor de Groningse bodem en/of de Nederlandse bodem? Welk type meetnetwerken zijn daarvoor in beeld? Des te pranger voor Groningen nu NAM daar straks ook helemaal mee ophoudt. Dan is er niet alleen geen onafhankelijke data en onderzoek maar is er helemaal niks meer.
Antwoord: De minister geeft aan dat er wel degelijk naar de bodem wordt gekeken: Het sensorennetwerk staat los van de monitoring van aardbevingen en de bijbehorende grondbewegingen waartoe de NAM verplicht is en dat met het meetnet van het KNMI wordt uitgevoerd. Maar hij vertelt er niet bij hoe lang de NAM deze verplichting heeft. En ook niet hoe het verder moet nadat NAM hiermee is gestopt.
21. Het netwerk leverde data op die deels digitaal ontsloten werd voor iedereen en deels konden de eigenaren van de sensor zelf de eigen uitslagen volgen. Ook dit had een functie. Zelf kunnen checken of er “iets aan de hand” is, geeft meer eigen grip. Het KNMI is nu de enige instantie die is te raadplegen. Dat is kwetsbaar. Als het sensornetwerk van NAM inderdaad niet voldoende toegevoegde waarde meer heeft, zijn er dan andere manieren waarop dit comfort aan bewoners kan worden geboden?
Antwoord: Op deze vraag geeft de minister twee antwoorden. Hij gaat in gesprek met het KNMI en het blijkt dat de deelnemers van het sensornetwerk hun meter kunnen behouden en zelf aflezen.
Een vraag die bij ons op komt is of dit laatste ook actief aan de deelnemers wordt gecommuniceerd.
Antwoord: Ik verken nu met het KNMI of, en zo ja in welke vorm, een netwerk waarbij bewoners participeren van meerwaarde zou kunnen zijn op de bestaande monitoring. Dit staat echter los van het bestaande netwerk.
Wel heeft een aantal partijen, waaronder SodM, bij mij aangegeven dat een netwerk in aangepaste vorm mogelijk wel technische meerwaarde biedt. Ook geeft SodM aan dat er regionaal meer vertrouwen kan ontstaan als bezorgde bewoners direct kunnen zien aan welke grondbewegingen hun huis is blootgesteld.
Omdat ik begrip heb voor deelnemers die aangeven het prettig te vinden bij een aardbeving op hun sensor te kunnen kijken, ben ik met NAM in contact getreden. Dit overleg heeft opgeleverd dat het in principe mogelijk is om de sensor te behouden als mensen daar behoefte aan hebben. In plaats van verwijderd, wordt de sensor dan in eigendom van de deelnemer gegeven, overigens zonder dat verder wordt onderzocht of de huidige bevestiging van de sensor aangepast zou moeten worden voor een optimale meting. De sensor kan door de deelnemer rechtstreeks aan een PC worden gekoppeld. Op deze wijze kunnen mensen het effect op hun eigen woning blijven zien.